Kerstverhaal

Dit feelgood kerstverhaal was op 22 December 2020 op de adventskalender van Z&K te vinden.

Een onvergetelijke kerstavond

Net op het moment dat ik vanuit het busraam van het prachtige besneeuwde berglandschap aan het genieten ben, begint de buschauffeur mij opeens met een zwaar Oostenrijks accent te ondervragen of hij me niet eerder heeft gezien vandaag. Ik kijk met een vluchtige blik naar hem in zijn achteruitkijkspiegeltje en herken hem meteen aan zijn foute snor. Ik scherm mijn gezicht af met mijn hand en mompel dat dat onwaarschijnlijk is. 

Ik bevestig maar niet zijn vermoeden dat het vanmorgen mijn schuld was dat hij een verlate busdienst heeft gehad. Hij blijft me argwanend aanstaren en ik draai me weer snel naar het raam toe. Gelukkig bereiken we de halte bij mijn hotel en ik sta zo snel mogelijk op om de bus uit te springen. En voordat ik precies weet wat er is gebeurd, lig ik met mijn smoel in een diep pak sneeuw. 

Ik had het moeten weten. Skischoenen geven niet goed mee, en springen was dus niet zo’n geweldig idee.
Ik duw mezelf omhoog en zie nog net de buschauffeur met een blik van herkenning boos roepen: ‘Jij!’ Zijn foute snor waait ervan omhoog. Ik zwaai met een gemaakte grijns, maar hij sluit de deuren en rijdt chagrijnig weg.

‘Gaat het?’ vraagt een vriendelijke voorbijganger en ze helpt me omhoog. Ik knik dankbaar naar haar en raap de skistokken en latten van de grond. Dit is echt de laatste keer dat ik ooit nog ga skiën, denk ik boos. Ooit was ik dol op kerst, tot de relatiebreuk twee jaar geleden met Thijs na die heftige ruzie op kerstavond. Daarna veranderde ik langzaam in The Grinch van Dr. Seuss, je weet wel, dat groene monster dat Kerstmis wil stelen.

In de kelder van het hotel ontdoe ik me van het marteltuig en trek ik mijn fijne met nepbont gevoerde snowboots weer aan. Het is nog vroeg, dus ik besluit niet rechtstreeks naar mijn hotelkamer te gaan, maar naar het dorp, waar ik dan ook meteen mijn skizooi kan inleveren. En een stevige wandeling zal me misschien ook wel helpen. 

Ik ben de deur nog niet uit of ik hoor het geritsel van de bomen en een frisse dennengeur komt me tegemoet. Dit is zoveel beter dan daar boven op de bergen. 

Om het dorp te bereiken moet ik eerst een klein stukje langs de weg naar boven wandelen. Het valt me op hoe de sneeuw alle geluiden van het verkeer dempt. Het enige geluid dat ik echt duidelijk hoor, is het geknerp van sneeuw onder mijn snowboots. Ik heb ze de vorige maand voor mijn verjaardag gekregen en ik vind ze zo mooi dat ik ernaar blijf kijken. Uiteraard vallen de skilatten onderweg meerdere malen uit mijn armen, maar daar kan ik mee omgaan op een Elsa-waardige manier. Ik zet mijn wandeling rustig voort terwijl ik zachtjes ‘Let It Go’ neurie.

Als ik het dorp nader lijkt het haast uitgestorven, maar de meeste skifanaten die hier in hotels of pensions verblijven staan dan ook tot zeker een uur of vijf op de piste. Ik stap de skiwinkel in waar ik de dag ervoor nog alles heb gehaald en de man werpt me een verbaasde blik toe. Opgelucht lever ik het zware gevaarte bij hem in. ‘Nimmer mehr,’ zeg ik, en ik ben opgelucht dat hij me zonder vragen mijn borg teruggeeft.

Terwijl hij de chocolademelk bereidt, heb ik goed uitzicht op zijn atletische lichaam.


Na een tijdje struinen vind ik dat ik wel een lekker warm drankje heb verdiend. Ik nader een après-skibar waar ‘Anton aus Tirol’ uit galmt alsof het hier nog steeds de nineties zijn, dus ik draai me weer heel snel om.

Niet veel verder, op de hoek van de straat, vind ik gelukkig een rustig café dat aan de buitenkant vrolijk met kerstlichtjes is versierd. Een kerstbelletje rinkelt bij het openen van de deur. Het lijkt erop dat er nog niemand binnen is, maar ik hoor gerommel in de keuken. Ik stamp met mijn snowboots op de vloermat en verwonder me over de hoeveelheid sneeuw die eruit valt. De warmte van het café en de kerstjingles op de radio brengen herinneringen uit het verleden naar boven die ooit mooi waren, maar die mijn ex twee jaar geleden goed voor me verpest heeft. Ik trek mijn warme winterjas uit en hang hem over de barkruk waarop ik plaatsneem.

‘Grüss Gott,’ zegt de barman vanachter de deur. Een knappe, lange man komt voor me staan en ik moet een paar keer met mijn ogen knipperen om het goed te geloven. Ben ik nou gek of is dit… ‘Chris?’
Mijn hart slaat een paar slagen over. Chris, mijn grote crush op de middelbare school! Niet dat hij dat ooit heeft kunnen weten, want ik durfde nauwelijks tegen hem te praten.

‘Yara? Wat leuk! Dat is lang geleden. Hoe gaat het?’ 

Eerlijk gezegd ben ik verrast dat hij mijn naam kent. ‘Ja, wel goed.’ 

‘Hoelang is dat geleden? Vijf, zes jaar? Je bent ook geen haar veranderd!’ 

Feitelijk heeft hij gelijk. Mijn haar is nog steeds hetzelfde, maar daar is ook alles mee gezegd. Ik was een verlegen mollige puber met een beugel, die ik inmiddels kwijt ben, en door het vele sporten ben ik toch zeker ook tien kilo lichter.

‘Jij ziet er ook nog precies hetzelfde uit,’ lieg ik, maar om eerlijk te zijn is hij nog knapper dan ik me kan herinneren. Breder, gespierder, mannelijker, volwassener . Ik voel me weer net die verlegen puber van vroeger.
‘Wat kan ik voor je inschenken?’ Ik schrik op van zijn stem. Hoelang heb ik hem aangestaard? Heb ik gekwijld? Ik veeg voor de zekerheid voorzichtig met mijn mouw langs mijn mond en kijk voor de schijn naar het krijtbord dat toevallig net achter zijn blonde pluk haren hangt. Uiteraard weet ik allang wat ik wil drinken. 

Ik sla met mijn vuist op de bar. ‘Doe mij maar een chocolademelk en maak hem extra sterk!’

Chris fronst. ‘Met rum erin bedoel je?’

‘Bah, nee, ik maakte maar een grapje. Gewoon een normale chocolademelk. Het liefst puur als je dat hebt?’
‘Komt eraan!’ zegt hij met een knipoog. Terwijl hij de chocolademelk bereidt, heb ik goed uitzicht op zijn atletische lichaam. Volgens mij heeft hij elke dag in de sportschool gestaan.

‘Woon jij nu in Oostenrijk?’ vraag ik hem nieuwsgierig. 

‘Nee, ik ben hier op skitrainingskamp en val vanmiddag even in voor een vriend van me die ziek is.’ Hij zet een grote mok chocolade voor me neer. Het mollige kind in me is hem dankbaar.

‘En wat doe je als je niet hier bent?’

‘Ik ben verpleger in een kinderziekenhuis en ik geef in het weekend skilessen in de Skidome.’

‘Wauw! Maar dan moet je goed kunnen skiën.’ Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan om die intelligente opmerking, maar hij grinnikt. 

‘Ik kan inderdaad mijn weg naar beneden wel vinden.’ Hij zet beide ellebogen op de bar en leunt met zijn gezicht in zijn handen. ‘En wat doe jij tegenwoordig?’ 

‘Ik ben net klaar met de pabo en ga volgende week een kleuterklas begeleiden.’ 

‘Wat gaaf!’ zegt hij gemeend enthousiast. Zijn wenkbrauwen gaan daarbij iets omhoog, waardoor zijn blauwe ogen nog meer sprankelen. Ik voel die oude bekende vlinders van vroeger weer ontwaken.
Het kerstbelletje van de deur rinkelt en een oudere man wandelt binnen. Hij neemt plaats aan een tafeltje achteraan. Chris tovert een menukaart achter de bar vandaan en buigt iets naar voren. Zachtjes, alsof het om een groot geheim gaat, fluistert hij: ‘Ik heb er extra cacao in gedaan.’

Hij staart me verbaasd aan. ‘Zo! Ben jij je zorgen soms aan het verdrinken?’

Ik neem een slok en steek mijn duim in de lucht. Dit is precies wat ik nodig had. Wanneer Chris weer bij me komt staan, tik ik zachtjes met het lege kopje op de bar. ‘Nog eentje alsjeblieft, en blijf maar vullen.’ Die extra kilo’s werk ik er thuis wel weer af in de sportschool.

Hij staart me verbaasd aan. ‘Zo! Ben jij je zorgen soms aan het verdrinken?’

‘Nogal,’ breng ik met een diepe zucht uit. Ik wil er niet op ingaan, maar hij blijft zo lang staren dat ik verlegen naar mijn handen kijk en me verplicht voel hem mijn verhaal te vertellen. ‘Het komt door mijn zus.’
‘Joyce?’
‘Ken je haar?’

‘We zaten bij elkaar in de klas, weet je nog?’ 

Eigenlijk wist ik dat wel, ja. Ik wist alles over Chris. Hij kwam regelmatig bij ons over de vloer. Hij en nog wat vrienden van mijn zus. Op een feestje hadden vrienden van haar mij in een voorraadkast opgesloten. Hij was de enige die naar me omkeek en me uit die kast redde.

‘Joyce vroeg gisteravond aan tafel waarom ik geen vriendje had.’ 

Chris’ pupillen worden groter, maar ik kan zijn reactie niet plaatsen. 

‘Ik denk dat ze het vroeg omdat ze vindt dat ik haar vakantie met mijn aanwezigheid verstoor. Als ik dat eerder had geweten, was ik natuurlijk nooit meegegaan.’

Chris heeft mijn mok inmiddels alweer gevuld en zet hem voor me neer. ‘Waarom ging je dan mee?’

‘Omdat mijn ouders ook gingen. Ik wilde thuisblijven, maar mama wilde niet hebben dat ik alleen achterbleef met kerst.’ Ik ga wat rechter op de kruk zitten en denk aan de vorige kerst, toen ik huilend bij mama op de bank zat. Ik schraap mijn keel en kijk Chris aan, die nog altijd aandachtig aan het luisteren is. 

‘Ik had haar gerustgesteld dat ik het niet erg vond. Toen zei ze met een nogal teleurgestelde stem dat zij dan ook maar thuisbleef en dat kon ik haar niet aandoen. Ze is dol op haar kleinkind en ze verheugde zich al ontzettend op deze vakantie.’

‘Wacht. Dus Joyce heeft een kind?’

‘Ja en ze is getrouwd. Wat, ben je nu teleurgesteld?’ vraag ik hem plagend, maar eigenlijk ben ik bang voor het antwoord.

Hij kijkt me verbaasd aan. ‘Waarom zou ik?’

‘Iedereen op school was toch verliefd op haar?’

‘Nou, echt niet. Ik vond haar zusje altijd al leuker.’

‘Ik ga je een onvergetelijke kerstavond bezorgen.’

Op de achtergrond is Mariah Carey flink aan het uithalen: ‘All I want for Christmas is youuuuu!’ Ik roer verlegen met mijn lepel door de chocola om zijn flirterige blik te ontwijken en ga door met mijn relaas. ‘Vandaag ging ik met Joyce en Tom skiën. Ik had de hele week met mijn ouders gewandeld, omdat ik geen derde wiel wilde zijn voor Joyce. Ik zei dat ik ooit skilessen gehad heb, maar Joyce zei dat Tom me in geval van nood ook kon helpen. Misschien had ik duidelijker moeten zeggen dat ik maar één les gehad heb, en dat tien jaar geleden?’

‘Dat was handig geweest,’ lacht Chris en zijn ogen fonkelen. Als ik eens eerder had geweten hoe fijn het is om met hem te praten. Het voelt zo enorm vertrouwd.

‘Ik was vergeten dat ik zo’n hekel had aan die knellende skischoenen en onhandige zware latten die je moet optillen en zo ontworpen zijn dat ze nooit tegen elkaar willen blijven plakken.’ 

Chris trekt zijn wenkbrauwen verbaasd op. ‘Dat valt wel mee toch?’

‘Nou, als je het mij vraagt kunnen ze in de skiwereld op het gebied van comfort nog veel uitvinden. Tenzij de skiërs het allemaal graag zo hebben. Stelletje sadisten.’

Chris vult een glaasje water en zet het voor me op tafel. ‘Ho ho! Volgens mij heb jij nu wel genoeg van dat goedje gedronken, je begint een kwade dronk te krijgen,’ plaagt hij.

Het water komt me als geroepen, na zoveel chocolademelk begin ik een beetje misselijk te worden.
‘Nou, met die laarzen moesten we de bus in en op dat moment valt er natuurlijk net een lat op de grond. Ik buig me voorover om hem op te rapen en spies daarbij bijna dat scherpe puntje van de skistok in het oog van een oude vrouw. Ik wist alles nog op tijd bij elkaar te rapen en sprong de bus in, maar toen bleef mijn skistok tussen de deuren haken en die willen blijkbaar niet dicht als er iets tussen zit. Dat had ik pas bij de derde poging in de gaten. De buschauffeur was er niet bepaald blij mee.’ Het beeld van de chauffeur met die foute snor verschijnt weer voor mijn geestesoog. Hij ging helemaal los. Ik heb behoorlijk wat Duitse scheldwoorden geleerd.

Chris zet een bakje zoutjes voor me neer. ‘Dat is me nog eens verhaal. Het klinkt niet alsof je een leuke dag hebt gehad, maar de dag is nog jong en…’

‘Maar wacht!’ onderbreek ik hem. ‘Het is nog niet afgelopen! Deel twee volgt nog. Dus we kwamen op de skipiste aan en Tom zou me toch helpen? Ik denk dat hij het vergeten was, want hij vroeg of ik er klaar voor was, maar ik was nog bezig om de schoenen in de latten te klikken. Joyce riep enthousiast: “Ja!” En nog voordat ik “wacht” kon roepen, waren ze allebei al de eerste heuvel af.’

‘Wát? Hebben ze je alleen gelaten? Dat druist in tegen alle codes van de skiwereld!’

‘Zijn er codes dan?’

‘Ongeschreven, maar daar mag ik met amateurs niet over praten, dat is code 1.’ Hij slaat zijn hand voor zijn mond alsof hij nu iets belangrijks verklapt heeft en ik moet om hem lachen.

‘Joyce had de codes denk ik beter door dan Tom, want ze keek nog even achterom en riep iets, maar ik kon niet horen wat. Waarschijnlijk dat ze alvast gingen. Maar daar stond ik dan boven, verstijfd van angst. Ik was vergeten hoe steil die pistes kunnen zijn. Ik weet niet hoelang ik er precies heb gestaan, maar opeens kwam er een groepje vrolijke kinderen van een skiklasje langs en dat was mijn redding. De juffrouw riep namelijk: “Pizzapunt!” En zo ben ik stiekem achter die rits kinderen aan geskied. Dat ging zo een tijdje door, het moet wel voor gekke gezichten hebben gezorgd. Zo’n hele rij kinderen en dan een klunzige volwassene erachteraan. We stopten op een plateau en het kindje voor me stak zijn duim naar me op en ik keek apetrots, maar toen ik de argwanende blik van de juf zag ben ik snel naar de andere kant van het plateau geschuifeld. Daarna ging ik er zelf vandoor, ik heb me de pizzapuntmethode eigen gemaakt. Maar ergens ging het mis. Ik was nog zo nijdig over dat Joyce en Tom nergens te vinden waren, dat ik in gedachten verzonken raakte. Ik leunde naar achteren en verloor mijn balans. Als een steeds groter wordende sneeuwbal rolde ik door en uiteindelijk landde ik tegen een boom, aan de rand van de piste. Als die boom er niet had gestaan, was ik recht het ravijn in gerold!’ 

Oké dat was een beetje overdreven, dat ravijn was nog een paar meter verderop. Maar ik heb indruk op Chris gemaakt, want hij maakt een blazend oef-geluidje. 

‘Tjonge, hoor mij praten. Weet je zeker dat je er toch geen rum in hebt gedaan?’ 

Chris lacht en bij het zien van zijn glimlach besef ik hoe leuk ik hem nog steeds vind.

‘Weet je wat?’ zegt hij blij. ‘Wanneer ga je weer naar huis?’

‘Morgenvroeg.’
‘Wat? Met Kerstmis?’ Even zie ik teleurstelling op zijn gezicht. Hij werpt een blik op zijn horloge en doet zijn schort uit. ‘Wacht, dan heb ik een ander idee. Kom vanavond met me mee!’

‘Wat gaan we doen?’

‘Ik ga je een onvergetelijke kerstavond bezorgen.’

‘Maar vanavond is het kerstdiner in het hotel!’

‘Ik breng je voor acht uur terug.’

Ik heb Chris de naam van mijn hotel en mijn telefoonnummer gegeven en me zo snel mogelijk naar het hotel gehaast om een warme douche te nemen. Ik rommel in mijn toilettas en vind op de bodem een mascara en lippenstift. Je weet maar nooit wat de avond allemaal gaat brengen. Ik sprokkel mijn leukste wintersportoutfit bij elkaar en klaar is Yara.

‘Je bent de mooiste kerstelf die ik ooit gezien heb.’

Chris wacht me precies op de afgesproken tijd bij de receptie van het hotel op voor een roadtrip door het prachtige berglandschap van Oostenrijk. ‘Kun je me nu vertellen wat we precies gaan doen?’ vraag ik na een tijdje ongeduldig. Het begint al te schemeren en er is buiten niet veel te zien.’

Ik werp een blik op mijn telefoon, waar ik de hele dag nog niet op heb gekeken, en zie een paar gemiste oproepen en een berichtje van Joyce.

Waar ben je? We maken ons zorgen! X 

Ik app haar vlug dat ze niet bezorgd hoeft te zijn en dat ik haar vanavond bij het diner zal zien.

‘We zijn er!’ roept Chris.

Ik kijk naar buiten en het enige wat ik zie is een enorm groot gebouw dat sterk op een ziekenhuis lijkt. Niet bepaald wat je zou verwachten op een eerste date. Zonder verdere uitleg haalt hij twee grote stoffen zakken uit zijn kofferbak en overhandigt mij er eentje. Ik kijk er vlug in en zie iets groenigs.
‘Nog niet kijken!’ waarschuwt hij me. ‘Dat brengt ongeluk.’

We lopen naar het ziekenhuis en een man bij de receptie ontvangt ons vriendelijk. Hij begeleidt ons naar een lege kleedruimte waar een heleboel doktersjasjes hangen. ‘Zo, nu mag je kijken,’ zegt Chris.
Uit de tas tover ik een groen gevalletje met belletjes, een rokje en een rood hoedje.

‘Wat is dít?’

Chris trekt uit zijn tas een kerstmannenpak en opeens begint het me te dagen.

‘Ongelooflijk dat je me hiervoor gestrikt hebt!’ roep ik boos. 

Hij lacht. ‘Wacht nou maar, kleed je om, ik beloof je dat je het leuk gaat vinden.’

‘Goed, maar niet gluren hè?’ zeg ik hem met een waarschuwend vingertje. 

Hij draait zich netjes als een heer om.

‘Oké, je mag je omdraaien!’ Ik heb mijn elfenpak aan en het zit misschien net iets te strak, maar het staat me niet slecht.

‘Halleluja!’ zegt kerstman Chris en hij fluit op zijn vingers. ‘Je bent de mooiste kerstelf die ik ooit gezien heb.’
Ik maak een kniebuiging en volg hem daarna op de voet terwijl we door de gangen van het ziekenhuis struinen. ‘Ho ho ho, Merry Christmas!’ roepen we in meerdere talen.

We trekken veel bekijks en stoppen af en toe om een praatje te maken. Dan naderen we de kinderafdeling. Een aantal kinderen heeft zich in de huiskamer van het ziekenhuis verzameld en het is er muisstil. Ik hoor alleen het geluid van belletjes en ingehouden kinderadem. Het duurt denk ik precies vijf seconden, want daarna breekt het los. 

‘De Kerstman, de Kerstman!’ wordt er enthousiast door elkaar geroepen. 

‘Ho ho ho!’ 

De kinderen zijn door het dolle heen, maar Chris blijft er rustig onder en neemt plaats op een grote stoel die speciaal voor hem met kerstkleuren is versierd. De kinderen verzamelen zich om hem heen en hij overhandigt me een lijstje met kindernamen. 

‘Karl,’ roep ik. En een schichtig jongetje loopt voorzichtig naar voren alsof hij bang is dat de Kerstman op de hoogte is van zijn ondeugende streken. Maar de Kerstman oordeelt niet en luistert aandachtig naar wat hij te zeggen heeft. En zo volgt kind na kind en ze hebben de meest uiteenlopende verhalen en wensen. Van snel weer beter worden tot het ontmoeten van Ronaldo. De Kerstman antwoordt steevast met ho-ho-ho, waarna ik uit de grote zak een cadeautje haal met de naam van het kind. Het resultaat is elke keer weer een dolgelukkig kindergezichtje en soms heb ik er de grootste moeite mee om mijn tranen te bedwingen. Dit moment, hier iets kunnen betekenen voor deze kinderen en hun ouders, dat is het mooiste kerstcadeau ooit.


Chris parkeert zijn auto vlak bij het hotel en loopt dan met me mee naar binnen. Hij houdt iets boven de deur vast, wat hij volgens mij nog geen minuut geleden buiten geplukt heeft. 

‘Kijk! Een maretak,’ zegt hij schuldbewust. Ik wil het ding beter bestuderen, want het lijkt meer een dennentak dan iets anders, maar hij trekt me terug aan mijn jas om mijn onderzoek te verhinderen.

‘Als je daar met iemand onder staat, moet je elkaar zoenen.’

‘Is dat zo?’

Hij geeft geen antwoord meer, want hij trekt me nog dichter tegen zich aan, maar zijn dikke kerstmannenbuik verhindert het zoenen. Hij rolt met zijn ogen. ‘Momentje.’ Hij trekt de rits naar beneden, stapt uit het pak en gooit alles opzij. ‘Zo, waar waren w…’ 

Maar voordat hij zijn zin heeft afgemaakt pak ik zijn gezicht met beide handen vast en zet ik in op een heerlijke zoen. 

Uiteindelijk is hij het die de zoen verbreekt. ‘Hó hó hó,’ zegt hij op een grappig goedkeurend toontje. ‘Dat vindt de Kerstman wel fijn. Maar wacht, hij heeft ook nog aan jou gedacht.’ Uit zijn pak haalt hij een verfrommelde envelop. ‘Die mag je pas morgen openen als je weer onderweg bent.’ 


Ik staar vanuit het autoraam naar het prachtige sneeuwlandschap en heb een gevoel van weemoed. Uit mijn handtas haal ik de envelop die ik gisteravond van Chris heb gekregen. Wanneer ik hem open maak, vind ik een handgeschreven bericht.


Lieve Yara,

Hierbij verleen ik je gratis skilessen in de Skidome onder begeleiding van Chris. Zoveel als je denkt dat je nodig hebt.

Ho ho ho schoonheid!

(tot volgende week)


Nooit gedacht dat ik me ooit nog zo op skiën en Kerstmis zou verheugen.